De ziekte van Alzheimer is een aandoening van de hersenen. Het is de meest voorkomende vorm van dementie, wat een algemene term is voor geheugenverlies. Bij alzheimerpatiënten beschadigt een teveel aan bepaalde eiwitten de hersenen. Daardoor ontstaan problemen die voornamelijk beginnen met geheugenverlies.
Alzheimer is een ‘progressieve’ (evoluerende) ziekte, waarbij symptomen zich meestal langzaam ontwikkelen en verergeren na verloop van tijd. De klachten die optreden hebben te maken met het denken, met taal en hoe men dingen waarneemt. In het beginstadium is het geheugenverlies mild, maar in een latere fase zijn mensen niet meer in staat om een gesprek te voeren of op hun omgeving te reageren.
De meerderheid van mensen met de ziekte van Alzheimer is 65 jaar en ouder. Toch is de ziekte van Alzheimer geen normaal onderdeel van het ouder worden. Geheugenverlies door ouderdom mag men niet mag verwarren met alzheimer.
Wat zijn de symptomen van de ziekte van Alzheimer?
Eén van de belangrijkste kenmerken van de ziekte is het geleidelijke verlies van de hersenfuncties. De patiënt krijgt het steeds moeilijker om haar of zijn greep op de werkelijkheid te houden. Deze achteruitgang zorgt er na zeven tot tien jaar voor dat het onmogelijk wordt om dagelijkse taken uit te voeren.
Symptomen die in een vroege fase optreden:
- Het moeilijk onthouden van nieuw geleerde informatie;
- Het moeilijk herinneren van recente gesprekken, namen of gebeurtenissen;
- Minder actief zijn, minder spontaan of onverschilliger zijn.
Symptomen die pas later optreden:
- Problemen met taal, bijvoorbeeld aarzelend spreken, niet op woorden kunnen komen, moeite hebben om gesprekken te voeren;
- Slecht beoordelingsvermogen zoals wantrouwig zijn tegenover familie, vrienden en professionele zorgverleners (hallucinaties);
- Desoriëntatie: niet meer weten welk jaar het is, welk uur het is of waar hij of zij is.
- Stemming en gedragsveranderingen, bijvoorbeeld: depressie, ongewone uitbundigheid, angstig worden, agitatie;
- Moeite met spreken, slikken en lopen;
- Incontinentie en bedlegerigheid.
Alzheimerpatiënten hebben het moeilijk om te herkennen dat ze een probleem hebben. In het begin merken ze zelf wel dat er iets mis is, maar na verloop van tijd hebben ze geen inzicht meer in hun beperkingen.
De ziekte van Alzheimer is helaas niet te genezen. Er bestaan wel medicijnen die de ziekte in een vroegtijdig stadium kunnen vertragen en de gevolgen kunnen beperken. Ze verbeteren bijvoorbeeld het geheugen en het dagelijks functioneren. In een vergevorderd stadium van de ziekte ligt de focus vooral op verzorging en begeleiding.